mr. A.M.E. Nuyens

In het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse Orde van Advocaten zijn de volgende rechtsgebieden geregistreerd:

• Belastingrecht
• Cassatie (Belasting)
• Strafrecht (Fiscaal strafrecht)

Deze registratie verplicht Anneke (ingevolge artikel 35b, eerste lid, van de Regeling op de advocatuur) elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse Orde van Advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd rechtsgebied.

Indien u graag meer informatie wil ontvangen over (het onderwerp van) een van de onderstaande artikelen, mail dan naar nuyens@vierhoffadvocaten.nl.

2025

• A.M.E Nuyens, ‘Over de aangifteverplichting, bestraffing en de rol van de uitnodiging’, TFB 2025/05.
• A.M.E. Nuyens, ‘Onterechte vergrijpboete van 0,5 miljoen voor ex-bestuurder voetbalclub’, NLFiscaal 2025/1365.
• A.M.E. Nuyens en B. Haarselhorst, ‘Handhaving door het BFT in de fiscale praktijk in 2024’, TFB 2025/04.
• A.M.E. Nuyens, ‘Navordering van € 1.035.410 voor cocaïnehandelaar; boete terecht opgelegd?, NLFiscaal 2025/0999.
• A.M.E. Nuyens, ‘Laattijdig ingediende stukken; buiten beschouwing laten gedingstukken; naheffing accijns, onschuldpresumptie’, NLFiscaal 2025/0684.
• A.M.E. Nuyens, ‘De Suppletie – nog geen klare wijn’, Het Register 2025/01.

2024

• A.M.E. Nuyens, ‘Standpunt over verbeurdverklaring en artikel 3.14 Wet IB 2001’, NLFiscaal 2024/2669.
• A.M.E. Nuyens en mr. D.J. Franssen, ‘De tenlastelegging in btw-carrouselfraudezaken’, WFR 2024/164.
• A.M.E. Nuyens, ‘Het vervolgen van een overleden rechtspersoon, wel of niet gewoon?!’, Smeetskring Circulaire FIT-bijdrage mei 2024.
•  A.M.E. Nuyens, ‘Niet voldaan aan informatieplicht; Openbaar Ministerie ontvankelijk; strafrechtelijke veroordeling’, NLF 2024/1134
• A.M.E. Nuyens, ‘Niet-geoorloofd gebruik van voor fiscale doeleinden verkregen gegevens; OM niet-ontvankelijk in strafvervolging (1)’, NLF 2024/1133

2023

• A.M.E. Nuyens, ‘Afroomconstructie verlengde navorderingstermijn; passende vergrijpboetes’, NLF 2023-1026.

2022

• A.M.E. Nuyens en P.J. Draijer, ‘C’est bonnet blanc et blanc bonnet; over de (on)mogelijkheden van dubbele bestraffing voor hetzelfde feit’, De Adviseur, cliënt en rechtsbescherming, Breda april 2022.

2021

• A.M.E. Nuyens. ‘Tuchtrecht als semi-strafrecht’, Het Register 2021/5.
• A.M.E. Nuyens, ‘Kwade trouw óf toch niet; beschouwingen uit de recente praktijk’, De Adviseur, cliënt en rechtsbescherming, Breda oktober 2021.

2020

• A.M.E. Nuyens en mr. R.J.J. Melissen, ‘Avas & COVID-19’, TFB 2020/7.
• A.M.E. Nuyens en E.H.W. van Hoek, ‘De fiscale deelnemer en preventie, het heeft de wetgevers attentie’, NLF 2020/6.

2018

• A.M.E. Nuyens. ‘Hoge verzuimboetes: bij de wilde spinnen af!’, Het Register 2018/5.
• A.M.E. Nuyens, ‘De bestuurdersaansprakelijkheid: kan het zwaard van Damocles nog steeds zomaar vallen?, FtV 2018/1.

2017

• A.M.E. Nuyens en mr. P.C. Melse, ‘Fair play in het fiscale strafrecht’, Bju juni 2017.
• A.M.E. Nuyens en mr. V.A. Burgers, ‘Two is company, three is a crowd’, TFO 2017/152.4.
• A.M.E. Nuyens en mr. P.J. Draijer, De Wwft en suppletie OB: Wees op uw hoede adviseur!, Smeetskring Circulaire 2017/3.

2016

• A.M.E. Nuyens e.a., My way, liber amicorum Hans Hertoghs, Amsterdam 2016.
• A.M.E. Nuyens, Jurisprudentie formeel belastingrecht 2016/2017, BJu, 2016.
• A.M.E. Nuyens en mr. P.J. Draijer, ‘Fiscus gaat digitaal: afscheid van de blauwe envelop na 100 jaar trouwe dienst’, WPNR 2016/7116.

2015

• A.M.E. Nuyens en mr. V.A. Burgers, ‘Verschoningsrecht voor of weigerachtigheid van belastingambtenaren?’, Vp-bulletin, 2015/55.
• A.M.E. Nuyens e.a., De belastingadviseur onder vuur, enige beschouwingen uit de praktijk en wetenschap, Amsterdam 2015.
• A.M.E. Nuyens, ‘Fiscale fraude Capita Selecta Handboek Strafzaken’, deel 103, Kluwer, 2015.
• A.M.E. Nuyens, ‘Jurisprudentie formeel belastingrecht 2015/2016’, BJu, 2015.
• A.M.E. Nuyens, ‘Deelnemers on the spot’, WPNR 2015/7077.
• A.M.E. Nuyens en mr. A.A. Feenstra, Handboek strafzaken: Fiscale fraude, Kluwer 2015.

2014

• A.M.E. Nuyens, ‘Over de beboeting van medeplichtigen, uitlokkers en doen plegers’, Fipb 2014/0705.
• A.M.E. Nuyens, ‘Waar staan we nu? Een update over de kortgedingprocedures in het Rekeningenproject’, TFB 2014/04.
• A.M.E. Nuyens, ‘Omkering en verzwaring bewijslast: voor wat en wanneer?’, Het Register 2014/3.
• A.M.E. Nuyens en mr. G.H. Ulrich, ‘Is het einde in zicht?’ WFR 2014/554.

2013

• A.M.E. Nuyens en mr. G.M. Boezelman, ‘De verdachte belastingplichtige en het einde van de jacht op zijn verklaring?’ TFB 2013/05.
• A.M.E. Nuyens en mr. G.M. Boezelman, ‘De belastingambtenaar als tipgever?!’, OSP 2013/25.
• A.M.E. Nuyens en mr. A.J.C. Perdaems, ‘De race om bodemzaken’, VFP 2013/43.
• A.M.E. Nuyens, ‘Wordt de soep wel zo heet gegeten als zij werd opgediend?’, Fipb 2013/04.
• A.M.E. Nuyens en mr. G.H. Ulrich, ‘Het tweejarig bestaan van de informatiebeschikking; een feestje waard?’ NTFR Artikelen 2013/32.

2012

• A.M.E. Nuyens, ‘Vereenvoudiging en fraudebestrijding hand in hand… of toch niet?’, Fipb 2012/1901.
• A.M.E. Nuyens en mr. G.H. Ulrich, ‘’Vertrouwen’ in de belastingplichtige: de actieve Informatieverplichting’, FTV 2012/04.

2011

• A.M.E. Nuyens en mr. G.H. Ulrich, ‘De informatiebeschikking: rechtsbescherming of slechts een illusie?’, TFB 2011/08.

2009

• A.M.E. Nuyens en mr. P. de Haas, ‘Financiën kiest voor een drieluik in de aanpak tegen Zwartspaarder’, FTV 2009/12.

​2008

• A.M.E. Nuyens en mr. P. de Haas, ‘Schrikbewind fiscus in Van Lanschot-affaire sleutel tot succes?’, Vakblad MKB 2008/3.

2007

• A.M.E. Nuyens en prof. mr. G.J.M.E. de Bont, ‘Het prille bestaan van het Draaiboek Project Bank Zonder Naam’, WFR 2007/503.
• A.M.E. Nuyens, ‘Een terug- en vooruitblik op de KBL-affaire’ TriBuut 2007/05.

Onderstaand vindt u een selectie van zaken waarbij Anneke Nuyens als advocaat betrokken is geweest en die hebben geleid tot een (openbare) uitspraak. Dit overzicht is niet uitputtend, onder andere daar het merendeel van de zaken niet resulteert in een gepubliceerde uitspraak of buiten de openbaarheid wordt afgehandeld.

• OM niet ontvankelijk in zaken van vijf verdachten betreffende coffeeshops. Strafvorderlijk belang bij voortzetten vervolging ontbreekt door gemaakte afspraken tussen OM en de verdediging.
  • Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 december 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8388.
• Ondanks niet doen van aangifte geen kwade trouw. De Hoge Raad oordeelt dat kwade trouw alleen betrekking kan hebben op gedragingen die hebben plaatsgevonden vóór het verstrijken van de aanslagtermijnen. Navorderingsaanslagen 2002 tot en met 2010 vernietigt wegens ontbreken van nieuw feit.
  • Hoge Raad, 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:873.
• Hof ‘s-Hertogenbosch bevestigt het oordeel van de rechtbank dat belanghebbende binnenlands belastingplichtig is, maar dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem ontvangen bedragen ROW vormen. Vereiste aangiften zijn gedaan. De (navorderings)aanslagen worden vernietigt dan wel aanzienlijk gematigd.
  • Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 maart 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:1407.
  • Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 10 juli 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2224.
• Via Luxemburgse vennootschap genoten inkomsten vormen geen regulier a.b.-voordeel. Aanslagen IB worden vernietigd.
  • Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24 maart 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:1405.
  • Gerechtshof ’s-Hertogengosch 10 juli 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2221.
• Enkele afwezigheid van primair inkoopbewijs is onvoldoende om te oordelen dat de administratie niet als grondslag kan dienen voor de fiscale winstberekening. Voor de jaren 2010 en 2011 zijn echter bijkomende omstandigheden aanwezig om wel toe oordelen dat vereiste aangiften niet zijn gedaan. Een winstcorrectie van 10% is niet onredelijk. De belastingaanslagen 2010 en 2011 worden gehandhaafd. Voor de jaren 2012 tot en met 2014 is de inspecteur niet in de bewijslast geslaagd dat er afgeroomd is. Hof oordeelt anders.
  • Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 maart 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:1404.
  • Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 10 juli 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2222.
• Boeing-arrest: Inspecteur schendt verschoningsrecht advocaat. Verschoningsrecht advocaat wordt niet prijsgegeven door het inbrengen van stukken in een geding. Informatiebeschikking vernietigd.
  • Hoge Raad, 21 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:751.
• Omzetbelasting; hoger beroep na verwijzing; art. 15 Wet OB 1968; weigering aftrek van in rekening gebrachte omzetbelasting ter zake van levering van personenauto’s, afkomstig uit Duitsland, vanwege btw-fraude eerder in de handelsketen; belanghebbende heeft vermoeden ontzenuwd; inspecteur heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld, en deze bij betwisting aannemelijk gemaakt, op grond waarvan kan worden geoordeeld dat belanghebbende wist of had behoren te weten van de fraude in de keten.
  • Gerechtshof Amsterdam, 15 mei 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1745.
• De vier personen die werden verdacht van fraude rond de bouw van het KPMG-kantoor in Amstelveen zijn vrijgesproken van alle verdenkingen. Dat geldt ook voor de twee bedrijven die in deze zaak waren aangeklaagd.
  • Rechtbank Amsterdam, 5 april 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:2492.
• Perikelen over vorming en vrijval HIR. Nieuw feit? Vaststellingsovereenkomst?
  • Hoge Raad, 6 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3225.
• Exploitant van een apotheek neemt kosten van de afbouw en de inrichting van bedrijfsruimten voor huisartsen in het gebouw waarin ook de apotheek is gevestigd voor zijn rekening. Kan exploitant worden aangemerkt als de afnemer van die prestaties? Zo ja, zijn deze voorzieningen relatiegeschenken of andere giften waarvoor het recht op aftrek is uitgesloten?
  • Hoge Raad, 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1173.
• De complexiteit van geschillen over navorderingsaanslagen en boeten inzake KB-Lux geldt als een bijzondere omstandigheid die een langere periode dan de standaardtermijnen voor berechting binnen redelijke termijn kan rechtvaardigen.
  • Hoge Raad, 10 augustus 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0582.
  • Gerechtshof Amsterdam, 9 januari 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:114.
• Het niet vermelden van een op naam van de echtgenoot staande KB-Luxbankrekening in de aangifte IB voor het jaar 2001 is onvoldoende voor het bewijs dat belanghebbende opzettelijk een onjuiste aangifte heeft gedaan.
  • Gerechtshof Amsterdam, 10 januari 2013, ECLI:GHAMS:2013:BY9835.