Fiscale procedures

Wij komen op voor ondernemers en particulieren die worden geconfronteerd met een belastingaanslag, een fiscale boete of een informatiebeschikking. Ook verlenen wij bijstand bij een belastingcontrole door de fiscus: of het nu gaat om vragenbrieven, een woonplaats– of vestigingsplaatsonderzoek, een derdenonderzoek of een boekenonderzoek.

Wat wij níet doen is fiscaal adviseren of belastingaangiften verzorgen. Onze focus ligt op het beslechten van fiscale geschillen. Waar mogelijk vermijden wij procedures door te onderhandelen met de Belastingdienst. Lukt dat niet, dan begeleiden wij cliënten door elke fase van bezwaar, beroep, hoger beroep tot en met cassatie. Wij werken daarbij vaak nauw samen met de belastingadviseur.

Waar nodig treden wij namens u op en beoordelen wij het handelen van de Belastingdienst kritisch. Houdt de inspecteur zich aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur? Wat kan en mag de inspecteur?  Ook worden wij ingeschakeld in situaties waarin een fiscaal conflict zich nog niet concreet heeft aangediend, maar mogelijk wel dreigt te ontstaan. In zulke gevallen adviseren wij op de achtergrond en begeleiden we het proces discreet.

Heeft u een fiscaal geschil of dreigt een geschil met de Belastingdienst te ontstaan? Neem vrijblijvend contact op.

Fiscale procedures

Alvorens het geschil ten aanzien van een aanslag, boete of beschikking aan de belastingrechter voor te leggen, dient doorgaans eerst de bezwaarfase te worden doorlopen. Slechts in uitzonderingsgevallen kan de bezwaarfase worden overgeslagen (prorogatie heet dat). De bezwaarfase verloopt als volgt:

  • De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is zes weken na dagtekening of ontvangst van de aanslag of beschikking. Dit betreft een fatale termijn, indien het bezwaarschrift te laat is ingediend, zal worden beslist dat het bezwaar niet-ontvankelijk is. Dit is alleen anders als sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
  • Het bezwaarschrift dient niet meteen de (volledige) gronden van het bezwaar te vermelden. Wel is het van belang om in het bezwaarschrift te verzoeken om te worden gehoord en om voorafgaand aan het hoorgesprek inzage te nemen in het bezwaardossier van de Belastingdienst.
  • Tot tien dagen voor de hoorzitting kunnen de bezwaargronden worden aangevuld of gewijzigd.
  • De inspecteur dient in beginsel binnen zes weken na afloop van de bezwaartermijn uitspraak op bezwaar te doen. Deze termijn kan de inspecteur eenmalig verlengen met zes weken. Verdere verlenging is alleen mogelijk indien de belastingplichtige instemt. In bepaalde gevallen kan het juist raadzaam zijn om dit niet te doen en om niet in te stemmen met een verlenging van de beslistermijn. Indien de inspecteur zich alsdan niet houdt aan de wettelijke beslistermijn, is het mogelijk een beslissing af te dwingen door eerst de inspecteur in gebreke te stellen en vervolgens, nadat twee weken zijn verstreken en de inspecteur nog steeds geen beslissing heeft genomen, een beroepschrift niet-tijdig beslissen in te dienen bij de rechtbank. De rechter kan de inspecteur immers verplichten om binnen een bepaalde termijn te beslissen, meestal twee weken. Daarnaast kan de rechter een dwangsom toekennen aan de belastingplichtige wegens het overschrijden van de beslistermijn.
  • Indien het bezwaar gegrond is, zal de aanslag of beschikking worden verminderd of aangepast.

Indien de belastingplichtige zich niet kan verenigen met de uitspraak op bezwaar, kan daartegen beroep worden aangetekend bij de belastingrechter. De beroepsprocedure verloopt als volgt:

  • Binnen zes weken na dagtekening of bekendmaking van de uitspraak op bezwaar kan beroep worden ingesteld bij de bevoegde rechtbank. Deze termijn is fataal: te laat indienen betekent dat uw beroep doorgaans niet-ontvankelijk wordt verklaard, tenzij sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
  • Het beroepschrift moet voldoen aan een aantal formele eisen en dient een duidelijke motivering te bevatten waarom u het niet eens bent met de uitspraak op bezwaar. Het is mogelijk om pro forma beroep aan te tekenen en de rechtbank te verzoeken een termijn te stellen voor het indienen van de beroepsgronden.
  • Na ontvangst van het beroepschrift dan wel de gronden van het beroep verzoekt de griffier de Belastingdienst (de inspecteur) om de op de zaak betrekking hebbende stukken in te dienen (art. 8:42 Awb). De inspecteur is immers verplicht alle relevante stukken die een rol hebben gespeeld bij het nemen van de beslissing aan de rechtbank te sturen. Deze verplichting geldt ook voor documenten die in het voordeel van de belastingplichtige zijn. Het is belangrijk hier scherp op te zijn. Onze ervaring is immers dat de inspecteur niet altijd alle op de zaak betrekking hebbende stukken in de procedure brengt.
  • De inspecteur dient gelijktijdig met het insturen van de op de zaak betrekking hebbende stukken een verweerschrift in. In het verweerschrift reageert de inspecteur op de beroepsgronden.
  • Indien de inspecteur zich op het standpunt stelt dat bepaalde stukken niet (volledig) aan de belanghebbende mogen worden verstrekt, kan hij een verzoek tot geheimhouding doen (art. 8:29 Awb). De rechtbank beoordeelt dan in een geheimhoudingsprocedure of de stukken geheim mogen blijven (zowel de belastingplichtige als de rechter nemen geen kennis van de stukken) of beperkte kennisneming is toegestaan (alleen de rechter neemt kennis van de stukken). De belanghebbende wordt van een dergelijk verzoek op de hoogte gebracht en kan zich hiertegen verweren.
  • De rechtbank kan partijen in de gelegenheid stellen om nog een schriftelijke ronde te houden: repliek (reactie van de belanghebbende op het verweerschrift) en dupliek (reactie van de inspecteur op de repliek).
  • Partijen kunnen de rechtbank verzoeken om getuigen of deskundigen te horen. Dit verzoek dient tijdig en gemotiveerd te worden ingediend. De rechtbank beoordeelt vervolgens of het horen van deze personen zinvol is voor de beoordeling van de zaak.
  • Tot uiterlijk tien dagen voor de zitting kunnen partijen nadere stukken indienen, de zogeheten “tiendagenstukken” (artikel 8:58 Awb). Te laat ingediende stukken kunnen door de rechtbank buiten beschouwing worden gelaten.
  • Tijdens de mondelinge behandeling van de zaak krijgen beide partijen de gelegenheid hun standpunten toe te lichten, al dan niet aan de hand van een pleitnota.
  • Na de zitting doet de rechtbank doorgaans binnen zes weken uitspraak. In ingewikkelde zaken kan deze termijn worden verlengd.

Tegen de uitspraak van de rechtbank kan – binnen zes weken – hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof. Het verloop van de procedure bij het gerechtshof kent een nagenoeg gelijk verloop als de beroepsprocedure, met dien verstande dat beide partijen hoger beroep kunnen instellen. Nadat het gerechtshof uitspraak heeft gedaan, kan beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad.

Een fiscale beroepsprocedure is juridisch complex en gebonden aan strikte termijnen en procesregels. Een zorgvuldige voorbereiding, tijdige indiening van stukken en kennis van de procedures is essentieel. Ons kantoor begeleidt u deskundig en daadkrachtig door elke fase van deze procedure. Heeft u vragen of wilt u uw (hoger) beroepsmogelijkheid laten beoordelen? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek.

Fiscaal procesrecht & strafrecht

Soms kunnen fiscale geschillen uitmonden in een fiscale strafzaak of andersom. In die gevallen krijgen cliënten te maken met parallelle procedures: een fiscaal traject én een strafzaak. Vierhoff Advocaten is gespecialiseerd cliënten in beide trajecten te voorzien van rechtsbestand. Wij hebben samen jarenlange ervaring opgedaan in zowel (complexe) fiscale procedures als strafzaken. Onze inzet is gericht op meer dan juridische verdediging: wij streven naar een oplossing in het geheel van de zaak. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat we druk wegnemen door op fiscaal niveau te schikken of dat we in de strafzaak juist het voortouw nemen om een zaak te keren.