Woonplaats- en vestigingsplaatsonderzoek

Een woonplaatsonderzoek is een onderzoek door de inspecteur om vast te stellen waar iemand fiscaal woonachtig is. Dat is niet per definitie de plaats waar iemand is ingeschreven of waar diens woning zich bevindt. Maar hoe bepaalt de fiscus waar u fiscaal woont?

Volgens artikel 4 AWR wordt de plaats waar iemand woont vastgesteld op basis van ‘de omstandigheden’. Dat betekent dat alle feiten en omstandigheden die licht kunnen schijnen op de vraag waar iemand fiscaal gezien woont, van belang kunnen zijn. Toch kijkt de inspecteur bij deze beoordeling in de praktijk vaak uitsluitend naar de situatie in Nederland. Naar onze mening wordt daarmee een te beperkte en onjuiste uitleg gegeven aan de wet. De wetgever heeft bewust gekozen voor een open norm en de invulling daarvan overgelaten aan de rechtspraak. Daarnaast speelt de werking van belastingverdragen een grote rol bij het bepalen van de woonplaats. Het in de rechtspraak ontwikkelde toetsingskader is dat sprake moet zijn van een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland, op basis van ‘alle in aanmerking komende omstandigheden’. Die omstandigheden zijn nader geconcretiseerd in de jurisprudentie.

Een duurzame persoonlijke band met Nederland?

De open norm van artikel 4 AWR heeft als gevolg dat woonplaatsonderzoeken vaak diep ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer. De centrale vraag in zo’n onderzoek luidt immers: bestaat er een duurzame persoonlijke band met Nederland? Om deze vraag te beantwoorden, worden onder andere de volgende aspecten beoordeeld:

  • Waar verblijft u het grootste deel van de tijd?
  • Waar vindt uw sociale leven plaats (sport, vereniging, familie)?
  • Waar werkt u?
  • Waar bouwt u een leven op?
  • Met welk ander land heeft u een duurzame band?  

Vergaande informatieverzoeken

In de praktijk leidt dit ertoe dat de inspecteur een breed beeld van het privéleven probeert te verkrijgen. Er wordt veel informatie opgevraagd, waaronder:

  • reisbewegingen en verblijfslocaties;
  • sociale contacten, social media en gezinsverhoudingen;
  • agenda’s;
  • lidmaatschappen en verzekeringen;
  • betaalgedrag en financiële gegevens;
  • communicatiegegevens, zoals telefoongegevens en WhatsApp-berichten.

De Belastingdienst baseert deze informatieverzoeken op artikel 47 AWR. Hoewel dit artikel een ruime informatieverplichting kent, zijn er wel degelijk grenzen. Een verzoek mag niet zonder meer leiden tot een onbeperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De inspecteur moet motiveren dat de gevraagde gegevens relevant kunnen zijn voor de belastingheffing én dat er een voldoende wettelijke basis is voor het verzoek. In de praktijk is dat vaak onderwerp van discussie en van procedures.

Fiscale gevolgen

Een woonplaatsonderzoek kan verstrekkende gevolgen hebben voor uw fiscale positie, met name voor de vraag in welk land u belastingplichtig bent. De uitkomst van een woononderzoek bepaalt of iemand in Nederland belastingplichtig is voor zijn wereldinkomen (volledig belastingplicht) of beperkt (bijvoorbeeld alleen over inkomen uit Nederland). Als de Belastingdienst tot de conclusie komt dat iemand toch fiscaal inwoner is van Nederland, kan dat leiden tot aanzienlijke (navorderings)aanslagen met boeten of zelfs een strafzaak als er sprake is van (voorwaardelijk) opzet.

Onze aanpak

Woonplaatsonderzoeken zijn intensief en maken een vergaande inbreuk op de privacy van belastingplichtigen. Vierhoff Advocaten staat cliënten bij die worden geconfronteerd met een woonplaatsonderzoek. Wij beoordelen nauwgezet welke informatie wél en niet hoeft te worden verstrekt en zorgen ervoor dat de feiten en omstandigheden op een zorgvuldige en overzichtelijke wijze worden gepresenteerd aan de Belastingdienst. Hoewel de bewijslast in beginsel bij de Belastingdienst ligt, is het verstandig proactief gegevens aan te dragen die onderbouwen dat uw fiscale woonplaats buiten Nederland ligt.

Indien de Belastingdienst desondanks tot het oordeel komt dat sprake is van fiscaal inwonerschap en tot het opleggen van (navorderings)aanslagen overgaat, analyseren wij uw situatie grondig aan de hand van de relevante jurisprudentie, verblijfspatronen, correspondentie en persoonlijke bindingen.

Wij staan u bij in bezwaar- en beroepsprocedures en indien nodig ook in internationale geschilprocedures (MAP-procedures) met andere belastingautoriteiten. Onze aanpak is gericht op het behouden van controle, het beperken van risico’s en het realiseren van een duurzame oplossing.