Ontnemingsprocedure
Wanneer het Openbaar Ministerie van mening is dat een verdachte financieel voordeel heeft behaald uit strafbare feiten, kan het een ontnemingsvordering indienen. Dit gebeurt op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. In tegenstelling tot een verbeurdverklaring, kwalificeer de ontneming niet als (bijkomende) straf. De rechter kan vervolgens beslissen dat (een deel van) het genoten voordeel moet worden terugbetaald aan de Staat. De ontnemingsprocedure volgt veelal na een strafzaak of is parallel daaraan. Vierhoff Advocaten staat cliënten bij in deze vaak financieel ingrijpende procedures.
Wat kan het Openbaar Ministerie ontnemen?
Het uitgangspunt is dat alleen voordeel mag worden ontnomen dat daadwerkelijk is behaald. Dat kan gaan om:
- directe opbrengsten uit strafbare feiten;
- kosten die men door het strafbare feit heeft bespaard;
- theoretisch voordeel, gebaseerd op aannames of schattingen.
Het Openbaar Ministerie hoeft niet te bewijzen dat elke euro exact is verdiend met het strafbare feit. Daarbij mag de rechter ook andere feiten betrekken dan die waarvoor een veroordeling is uitgesproken, zolang er maar voldoende aanwijzingen zijn dat ook die feiten door de betrokkene zijn gepleegd. Dit kan in de praktijk leiden tot vorderingen die gebaseerd zijn op ruwe schattingen of veronderstellingen en dat er verweer moet worden gevoerd tegen niet tenlastegelegde en bewezen feiten. Het is daarom essentieel dat de verdediging hier scherp en goed onderbouwd tegenin gaat.
Conservatoir beslag
Vaak legt het Openbaar Ministerie in een vroeg stadium van het strafrechtelijk onderzoek conservatoir beslag bij de verdachte om zeker te stellen dat een latere ontnemingsvordering ook daadwerkelijk kan worden geïnd. Dit kan vergaande gevolgen hebben voor uw privévermogen, de continuïteit van uw onderneming en uw reputatie. Een verzoek tot opheffing of beperking van het beslag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering is mogelijk. Wij beoordelen per zaak of er gronden zijn om beslagmaatregelen aan te vechten, bijvoorbeeld wanneer het beslag disproportioneel is of wanneer de vordering onvoldoende basis heeft.
Grenzen aan de bevoegdheden van het Openbaar Ministerie
Niet in alle gevallen is het Openbaar Ministerie bevoegd om voordeel af te pakken. Zo geldt bijvoorbeeld dat fiscaal voordeel uit belastingdelicten in principe niet via de strafrechtelijke route mag worden ontnomen (art. 74 AWR). In dergelijke gevallen is het aan de Belastingdienst om het voordeel te corrigeren met belastingaanslagen.
Neem vrijblijvend contact met ons op indien u hiermee te maken heeft.