Witwassen
Verdachten van witwassen kunnen particulieren en ondernemers zijn. Witwassen is een ‘breed’ strafbaar feit dat betreft het opzettelijk verwerven, voorhanden hebben, overdragen of omzetten van geld of andere goederen die afkomstig zijn uit misdrijven. Er worden drie vormen van witwassen onderscheiden, te weten:
- Opzetwitwassen (art. 420bis Sr): Er is wetenschap dat het vermogen uit misdrijf afkomstig is en er wordt gehandeld met de intentie om dit te verbergen.
- Gewoontewitwassen (art. 420ter Sr): De verdachte maakt zich herhaaldelijk schuldig aan opzetwitwassen.
- Schuldwitwassen (art. 420quater Sr): De verdachte had redelijkerwijs moeten vermoeden dat het vermogen uit misdrijf afkomstig was.
Bewijslast bij een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen
Bij verdenking van witwassen is de bewijslast voor het Openbaar Ministerie anders dan bij veel andere strafbare feiten. Het Openbaar Ministerie moet aantonen dat het vermoeden van witwassen gerechtvaardigd is. Als er voldoende feiten en omstandigheden kunnen worden gesteld die duiden op witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft die verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onaannemelijk is over de herkomst van het vermogen dat zou zijn witgewassen. Dit betekent overigens niet dat de verdachte zijn onschuld moet bewijzen, maar wel dat hij de mogelijkheid heeft om het vermoeden van witwassen te weerleggen door een plausibele en verifieerbare verklaring te geven.
Bij de beoordeling van de verklaring kan van belang zijn of de verdachte al vroeg in het strafrechtelijk onderzoek tegenwicht aan de verdenking van witwassen heeft geboden. Indien de verklaring over de herkomst van het vermogen of de voorwerpen hiertoe aanleiding geeft, dient het Openbaar Ministerie nader onderzoek te doen naar die alternatieve herkomst van het geld of goed. De strafrechter zal uiteindelijk oordelen over de vraag of met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geldbedrag of het goed waarop de verdenking betrekking een legale herkomst heeft.
Witwassen en belastingfraude
De belastingplichtige die opzettelijk een bedrag aan belasting niet betaalt of een onjuiste aangifte heeft gedaan, heeft daarmee geld onder zich dat ‘afkomstig is uit misdrijf’. De Hoge Raad heeft jaren geleden bepaald dat uit misdrijf afkomstige niet afgedragen belasting kan worden witgewassen. Daarbij komt dat van witwassen al sprake kan zijn door het alleen voorhanden hebben van gelden (de niet afgedragen belasting) die afkomstig is uit belastingfraude. Daarom kiest het Openbaar Ministerie in een onderzoek naar belastingfraude vaak (ook) voor het ten laste leggen van witwassen. Met andere woorden: het niet aangeven van inkomen of vermogen leidt niet alleen tot een vervolging voor AWR-feiten, maar kan ook tot vervolging leiden van de meer commune strafbare delicten.
Vierhoff Advocaten staat cliënten bij die worden verdacht van witwassen, belastingfraude of beide. Onze advocaten hebben jarenlange ervaring met witwaszaken en kunnen dankzij onze gecombineerde kennis van het strafrecht en belastingrecht effectief verweer voeren tegen zowel het vermeende gronddelict (de fraude) als de witwasbeschuldiging. Wordt u geconfronteerd met een witwasverdenking of wilt u juridisch advies om risico’s tijdig te ondervangen? Neem dan vertrouwelijk contact met ons op voor deskundige bijstand.